Van klaslokaal naar huiskamer: het nieuwe normaal in onderwijs

In 2050 volgen ruim drie kwart van alle leerlingen thuisonderwijs. Klassieke scholen maken vaker plaats voor digitale leeromgevingen gedreven door kunstmatige intelligentie, waarin leerlingen op hun eigen tempo en niveau werken.

Gezinnen met probleemkinderen profiteren hier het meeste van, doordat die kinderen problemen hebben met leren en omgaan met andere leerlingen. Maar ook de gepersonaliseerde leerprogramma’s helpen andere kinderen met beter en makkelijker leren.

In kleinere steden en dorpen kiezen ze ook voor thuisonderwijs. Ook in Assen wordt gestimuleerd om thuisonderwijs te volgen, voor beter gepersonaliseerd leerprogramma’s. Toch worden klassieke scholen nog wel gebruikt voor meer sociale contacten tussen dorpelingen of stedelingen

De overheid stimuleert thuisonderwijs vanwege het lerarentekorten en de overvolle klassen. Ze willen er voorzorgen dat leerlingen minder druk ervaren en beter kunnen concentreren. Kunstmatige intelligentie is hiervoor goed ontwikkeld en kan hier goed bij helpen.

Leerlingen gebruiken gepersonaliseerde programma’s die ondersteund worden door virtuele mentoren en vakdocenten. Het fysieke contact vindt plaats bij plaatselijke ‘leerhubs’ die sociale activiteiten en praktijkvakken organiseren. Deze worden gedreven door een landelijke gymgroep.

“Mijn zoon heeft nu veel meer plezier in school,” zegt de vader van Henk de Vries uit Assen. “De gespecialiseerde programma’s helpt haar door makkelijker te leren. Dit is leren zoals het voor hem werkt.”

Geschreven door: Steyn Bulthuis 























HTML Maker